Hormonen zijn stofjes die een signaal afgeven in het lichaam. Deze signalen geven ze af om ervoor te zorgen dat alle processen in ons lichaam goed verlopen. Neem bijvoorbeeld het hormoon insuline. Als je iets gegeten hebt, geeft insuline het signaal af dat er glucose uit het bloed moet worden gehaald. Een te hoge concentratie glucose in het bloed is namelijk dodelijk. Insuline houdt de bloedsuikerspiegel binnen een gezonde bandbreedte en zorgt er zo voor dat de spijsvertering goed verloopt.
Hormonen worden uitgescheiden door hormoonklieren. Nadat ze zijn uitgescheiden reizen ze via de bloedbaan naar de plek waar ze het signaal moeten afgeven. Je kunt ze dus zien als de ‘boodschappers’ in ons lichaam.
Op de plek waar het hormoon een signaal moet afgeven, bindt het zich aan de receptor die op de cel zit. Elk hormoon heeft een eigen unieke receptor waaraan het zich kan binden en waar dus alleen het desbetreffende hormoon op past. Je kunt een hormoon zien als de sleutel en de receptor als het slot. Het hormoon reist net zo lang door het lichaam totdat het een receptor tegenkomt waaraan het zich kan binden.
Nadat het hormoon zich aan de receptor heeft gebonden, volgt er een reeks chemische processen in de cel die ervoor zorgen dat het signaal kan worden afgegeven.
Voorbeeld Bij angst geven de bijnieren het hormoon adrenaline af. Adrenaline komt in de bloedbaan terecht en gaat op zoek naar cellen met de juiste receptor zodat het zich kan binden. De adrenaline bindt zich in dit geval vast aan een hartcel. Er volgt een aantal chemische processen in de hartcel, waarna de hartcel het signaal bereikt om harder te gaan kloppen. |
Het lichaam produceert veel meer hormonen dan de hormonen die tijdens deze opleiding worden behandeld. Er is voor het overzicht voor gekozen om alleen de hormonen te behandelen die de meeste invloed op onze gezondheid hebben.