Les 5 Voorbeeldvragen bij Oplossingsgericht Coachen


Gespreksopeningen

  • “Wat brengt je hier vandaag?” “Hoe ben je hier gekomen vandaag?” “Waarmee ben je hier gekomen vandaag?”
  • “Met welk doel ben je hier gekomen vandaag?”
  • “Wat zou dit gesprek voor jou de moeite waard maken?”
  • “Voordat we beginnen, mag ik je vragen: wat gaat er al (een beetje) beter?”
  • “Waarover ben je tevreden?” “Wat gaat er goed in je leven?”
  • “Wat wil je behouden van de huidige situatie?”


Verhelderen van de veranderbehoefte

  • “Waaraan wil je iets veranderen?”
  • “Wat wil je dat er anders wordt?”
  • “Wat zou er door onze gesprekken moeten veranderen?”
  • “Hoe belangrijk is het voor jou om deze verandering te realiseren?”
  • “Wat is het probleem?”
  • “Hoe is het een probleem voor je?”
  • “Waar heb je last van?”
  • “Hoe heb je daar last van?”
  • “Hoe belemmert het jou?”
  • “Dus als ik het goed begrijp…. (samenvatten, woorden van de cliënt).”


Coping en sterktes exploreren

  • “Het is bewonderenswaardig hoe je je werk hebt kunnen blijven doen onder zulke moeilijke omstandigheden. Hoe doe je dat?”
  • “Welke positieve eigenschappen horen bij jou, gegeven je verhaal…”
  • “Welke complimenten krijg je van vrienden/collega’s/anderen?”
  • “Wat maakt dat je zo goed bent in…..”
  • “Welke sterke kanten heb jij ingezet bij…”
  • “Waarover ben je tevreden?”
  • “Wat gaat er goed in je leven?”
  • “Wat wil je behouden van de huidige situatie?”


Definiëren van de gewenste toestand

  • “Wat wil je bereiken?”
  • “Wat wil je dat er in de plaats van het probleem komt?”
  • “Hoe wil je dat de situatie wordt?”
  • “Wat wil je dat het resultaat wordt?”
  • “Hoe zou jij willen dat de situatie eruit komt te zien?”
  • “Wat zou het verschil met nu zijn?”
  • “Wat zou het voordeel zijn als je dat voor elkaar krijgt?”
  • “Hoe zal dat een verbetering voor je zijn?”
  • “Hoe zal het je helpen?”
  • “Stel, het probleem is opgelost. Wat gaat er dan beter?”
  • “Wat kun je doen als je dat bereikt hebt?”


Analyseren van eerder succes

  • “Wanneer waren de dingen iets beter?”
  • “Wanneer had je iets minder last van…?”
  • “Wanneer stond je al (iets) hoger op de schaal?”
  • “Wat is het hoogste punt dat je al bereikt hebt op de schaal?”
  • “In welke situaties is het al gelukt om …?”
  • “Heb je nog een voorbeeld?”
  • “Wat was er anders?”
  • “Wat maakte dat mogelijk?”
  • “Wat heb jij gedaan om het mogelijk te maken?”
  • “Wat deed jij zelf om dit zo goed te laten verlopen?”


Eén stapje vooruitzetten

  • “Is het nuttig om hier zo over te praten?”
  • “Is dit nuttig? Hoe is het nuttig?”
  • “Heb je hier wat aan?”
  • “Wat heb je hieraan?”
  • “Hoe is dit bruikbaar?”
  • “Hoe is wat we besproken hebben bruikbaar voor je in de huidige situatie?”
  • “Hoe is dit relevant voor je huidige situatie?”
  • “Hoe is dit relevant voor wat je wilt bereiken?”
  • “Op wat voor ideeën brengt dit jou om een stapje vooruit te zetten?”
  • “Wat is ervoor nodig om dat vaker te laten gebeuren?”
  • “Wat zou voor jou het eerste signaal zijn dat je op de goede weg bent?”
  • “Welk stapje vooruit zou je morgen kunnen zetten?”
  • “Hoe zou één puntje hoger op de schaal eruitzien?” “Wat doe jij dan anders?”


Vooruitgang monitoren

  • “Zijn er al kleine tekenen van vooruitgang?”
  • “Wat wil je behouden van wat er nu goed gaat?”
  • “Wat gaat nu goed?”
  • “Waarover ben je tevreden?”
  • “Waarover ben je relatief tevreden?”
  • “Hoe komt het dat het niet slechter gaat?”
  • “Wat gaat er beter?”
  • “Welke resultaten zijn er al bereikt?”
  • “Wat is er bereikt?”
  • “Hoe is dat bereikt?”