Zoals uit de vorige module bleek, streeft ons lichaam continu naar balans. Stress zorgt er voor dat we uit balans raken. Ons stressmechanisme is ontwikkeld om in tijden van spanning, in actie te schieten teneinde de bron van de spanning te verhelpen of te vermijden en de balans weer terug te brengen in ons systeem. Denk aan een jager die plotseling in het bos een grote beer tegenkomt. Zijn stress-mechanisme reageert direct en hij vlucht voordat de beer hem te pakken krijgt. Eenmaal buiten gevaar, komt hij weer op adem en rust de jager uit. In deze korte tijd heeft ons lichaam meerdere fysiologische processen in werking gezet om zich aan te passen aan de ontstane situatie. Het lichaam maakt daarbij gebruik van ons autonome zenuwstelsel.
Het autonome zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel (autonoom = zelfstandig, onwillekeurig) regelt automatisch bijna alle onbewuste functies en processen in je lichaam, zoals je ademhaling, je hartslag, je bloeddruk, de energieproductie, de spijsvertering en de stofwisseling. Over dat soort functies hoef je niet na te denken.
Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee takken (regelsystemen) met elk een tegengestelde werking:
Sympathisch ‘gaspedaal’
De sympathicus (het gaspedaal van je lichaam) is de tak die ons in staat stelt van alles te doen én die ons in staat stelt te overleven in levensbedreigende situaties, te vechten, te vluchten en te presteren. De stof die hier bij hoort, is adrenaline en het sleutelwoord is: actie. In deze fase stijgt je hartslag, bloeddruk en ademsnelheid. In deze stand verbruikt je lichaam veel energie.
Parasympathisch ‘accu-lader’
De parasympathicus (het rempedaal en de “acculader” van je lichaam) is de tegenspeler van de sympathicus, en is verantwoordelijk voor herstel, reparatie, opbouw en rust. Als de parasympathicus actief is, daalt je hartslag, daalt je bloeddruk, krijgen je spieren en organen voldoende bloed en zuurstof. Dit deel van het zenuwstelsel zorgt voor regeneratie en lichamelijke ontspanning. Het sleutelwoord voor de parasympaticus is: herstel. Je lichaam gaat weer terug naar de gezonde normaalwaarden.
Gelukkig zijn wij geen jagers meer en verkeren we niet vaak meer in levensbedreigende situaties. Toch is ons autonome zenuwstelsel nog steeds intact en reageert ons lichaam nog steeds op stressoren alsof we in levensbedreigende situaties verkeren, terwijl we dat dus feitelijk niet zijn. Denk hierbij aan psychologische stressoren zoals in de file staan als je haast hebt, zeurende of pestende collega’s, afwijzingen, discussies, confrontaties die we eng vinden. Of gebeurtenissen die grote impact op ons hebben, zoals een scheiding, het overlijden van een naaste, chronische geldzorgen. Of fysieke stressoren zoals hard geluid, slaaptekort, ongezonde stoffen in je lichaam (medicijngebruik, geur- kleur- en smaakstoffen). Ook deze factoren leiden tot onbalans en spanning in ons systeem waarop de sympathicus ‘aanslaat’.